Variabele maken

Om een nieuwe variabele aan te maken, volgt u deze stappen:

  1. ID: Deze wordt automatisch gegenereerd wanneer de variabele wordt opgeslagen.

  2. Naam: Geef een unieke naam voor de variabele op. Deze naam wordt gebruikt in automatiseringen en andere gebieden om toegang te krijgen tot deze variabele.

  3. Standaardwaarde: Stel de beginwaarde voor de variabele in. Deze waarde wordt gebruikt wanneer de variabele wordt gereset of aan het begin van een proces.

  4. Actuele waarde: Toont de actuele waarde van de variabele wanneer deze al in gebruik is.

Nadat alle velden zijn ingevuld, klikt u op Toevoegen om de variabele aan te maken. Om de actie te annuleren, klikt u op Annuleren.

Opmerking:

  • Belangrijke opmerking: Dit hulpmiddel is uitsluitend bedoeld voor integratoren die ervaring hebben met automatiserings- en programmeringsprocessen. Onzorgvuldig gebruik kan leiden tot storingen.

Zuletzt aktualisiert