KNX-instellingen

Onder Instellingen kunt u specifieke KNX-netwerkinstellingen invoeren. De juiste configuratie is essentieel voor de werking van uw slimme thuis systeem.

  1. Verbindingstype:

    • Kies tussen Tunnel en Routing. Deze instelling moet worden aangepast aan de situaties en vereisten ter plaatse.

  2. IP-adres:

    • Invoerveld: Hier voert u het IP-adres van de KNX-interface in. Zorg ervoor dat dit adres correct is en geldig binnen uw netwerk.

  3. Port:

    • Invoerveld: De port die wordt gebruikt voor de KNX-communicatie (3671). Dit is de standaardport voor KNX-Tunnel. Wijzig de port alleen als het absoluut noodzakelijk is en u weet welke port moet worden ingevoerd.

  4. Fysiek adres:

    • Invoerveld: Hier voert u het fysieke adres van de KNX-interface in het KNX-netwerk in.

  5. Adresformaat:

    • Keuze: Hier kunt u het adresformaat kiezen dat wordt gebruikt voor de KNX-communicatie.

  6. Tools:

    • Hier kunt u alle ongebruikte groepsadressen verwijderen. Deze functie is bedoeld om het systeem te ontdoen van ongebruikte gegevens en niet onnodig te belasten. Let op: gebruik deze functie alleen als de integratie van het project is voltooid en u alle noodzakelijke adressen/apparaten/objecten hebt ingevoerd.

Zuletzt aktualisiert